Weekend Zuid-Limburg met ons Tourclubke

Met prachtig warm fietsweer in het vooruitzicht brachten de deelnemers hun tas/koffer op donderdagavond bij onze voorzitter Corné om de volgende dag door onze soigneur Hans met de auto meegenomen te worden naar Limburg. 

Op vrijdagochtend om 9 uur verzamelden we op de Bovenas en zijn we met z’n zevenen op de fiets en de (volg)auto vertrokken richting Limburg. Een rit van een dikke 160 km met als eerste tussenstop Lommel. Na zo’n 45 km kwamen we net voorbij Ravels op het Jaagpad langs het kanaal Dessel-Schoten te fietsen. Er zouden nog heel wat Jaagpaden en kanalen volgen dit weekend. 

Als snel liep de temperatuur op naar 33 graden en bereikten we bezweet ons rustadres in Lommel, restaurant “Den Brugwachter”. Nog maar net aan tafel en Jos had een probleem op te lossen: 4 koeien in de sloot. Ons advies 112 bellen en de brandweer laten komen. Helemaal fout volgens Jos. Prutsers zijn dat, die halen een koe eruit met banden en een heupklem of zo. Een koe haalde eruit met een schouderklem en een shovel en niet anders, zo simpel is dat legde Jos ons uit. Na een welverdiende uitsmijter Brugwachter, een soepje vooraf voor Mark en de wijsheid van Jos zijn we verder gefietst over, jawel het Jaagpad langs het kanaal Bocholt-Herentals. Even verderop kwamen we bij een wegomleiding die op zijn bels was aangegeven. Weg dicht, in dit geval Jaagpad, en zoek het verder maar uit. En de fietsnavigatie hielp hierbij ook niet echt. De trage herberekening en de verschillende routeaanwijzingen van de fietsnavigaties zorgden voor nog meer onduidelijkheid. Achter onze voorzitter aan kwamen we via een kleine omweg weer op het goede Jaagpad.

Door de warmte hebben we nog een tussenstop gemaakt in Lankaar bij restaurant La Rosa Bianca langs de Zuid-Willemsvaart om onze dorst te lessen. Echter voordat we daar waren kreeg Anja de eerste en enige lekke band van het weekend. Oorzaak een stukje glas in de band na alweer een omleidingsroute over een “geitenpad”. Na een cola en een ijsje weer op de pedalen het Jaagpad over richting Maastricht.

Nadat we Maastricht achter ons gelaten hadden, kregen we nog 2 beklimmingen. Eerst de Bemelerberg beklommen om vervolgens via de Cauberg naar het eindpunt hotel Le Baroudeur in Valkenburg te fietsen. In volle afdaling op de Daalhemerweg schoten we met 60 km per uur ons eindpunt voorbij en zagen we onze soigneur met een pilske op het terras zitten. Na de beklimmingen van de Cauberg en een tweede supersnelle afdaling van de Daalhemerweg schoven we bij hem aan om te gaan genieten van een paar wel verdiend biertjes waarbij de meeste kozen voor de Kwaremont. Na de eerste biertjes werden de sleutels voor de kamers verdeeld en konden we douchen. Fietshotel Le Baroudeur viel bij iedereen in de smaak en was een ideale uitvalsbasis voor dit weekend met de vriendelijk gastvrouw Yvonne en gastheer Ivano.
‘s Avonds tijdens de pastamaaltijd gezellig met elkaar de dag nog eens doorgenomen en na een afzakkertje lag iedereen om 11 uur in bed te ronken. Enkele clubleden namen dit ronken wel heel letterlijk. Er was er in iedergeval een soigneur die volgens zijn kamergenoot het geluid maakte van een zaagmachine met abneu.

Op zaterdag stond een tocht van ongeveer 80 km met 9 beklimmingen op het programma. 7 Limburgse heuvels en 2 Belgische waaronder de Halembaye. Deze laatste was de slotklim in de tocht Luxemburg – Etten-Leur vorig jaar juni en bleek toen een kuitenbijter.

Ons peloton werd op zaterdag versterkt met Yannick, de enige echte Limburger in ons midden. En zo vertrokken we na een goed ontbijt om half 10 met 8 coureurs aan de 2e uitdaging van het weekend. Na 15 meter al pech voor onze pensionado André, zijn voorderailleur werkte niet meer. Fietsenmaker Habets in Schin op Geul loste dit probleem snel op waarna het peloton aan de eerste beklimming, de Dodeman, kon beginnen. Na deze pittige eerste klim koersten we af op de gulpenerberg. Ook deze stijle Limburgse reus werd door iedereen in eigen tempo bedwongen. Na Schweiberg en Schilberg koersten we door België naar de Halembaye. In een van de dorpjes die we doorkruisten kwam een Volvo met zeer hoge snelheid recht op ons peloton af. Op het laatste moment trok de bestuurder midden in de bocht nog aan het stuur en reed luid toeterend rakelings langs Mark en degene die achter hem reden heen. Gelukkig was iedereen attent en al naar rechts uitgeweken waardoor een aanrijding met deze idioot werd voorkomen. Met een diepe zucht van opluchting reden we verder richting Halembaye. Dit bleek opnieuw een pittige klim te zijn. Nog een klein stukkie fietsen over de Rue du Garage met een mooie afdaling naar de brug over het Albertkanaal en ons rustpunt was binnen handbereik dachten we. Dat viel toch even tegen. Onder aan de afdaling stonden we voor de brug, die opnieuw op z’n bels zonder enige waarschuwing vooraf, volledig afgesloten was. We konden kiezen om terug omhoog te fietsen of een “geitenpad” langs het kanaal te volgen. We kozen voor het laatste, dus het pad op. Hier volgde na zo’n 2 kilometer een nieuwe uitdaging. Het pad was volledig afgesloten met een anderhalve meter hoog hek van de rotswand tot aan het kanaal. Ook was het verboden voor fietsers en voetgangers om verder te gaan en werd gewaarschuwd voor vallende rotsblokken. Dit alles weerhield het peloton er niet van dit hek te trotseren, de borden te negeren, de fietsen er overheen te tillen en door te koersen richting rustpunt Slavante in Maastricht dat steeds verder weg leek te liggen. Weer 2 km verder was het pad opnieuw afgesloten met een hek. Opnieuw met z’n allen over het hek heen richting Slavante met uitzicht op Maastricht. Zo’n uur later dan gepland kwamen we na een korte, doch stijle klim aan bij het rustpunt. Het uitzicht geweldig, de ontvangst door de ober niet. Hij had onze gereserveerde tafel net weggegeven en zei dat iedereen wel kon vertellen dat de brug afgesloten was. We werden een beetje als leugenaars weggezet. Bij Slavante dus niet de Limburgse gastvrijheid die we bij Yvonne en Ivano van La Baroudeur mochten ervaren. Honger en dorst overwonnen toen ons een plaats aangeboden werd aan een soort picknicktafel. Het bestelde drankje kwam snel, daarna begon het lange wachten op de soep en de balgehakt met brood. Toen na heel lang wachten de bal eindelijk kwam, viel die tegen. Geen verse, zelfgemaakte gehaktbal die je zou verwachten. Nee een fabrieksbal uit een blik, jammer. Na een rust van 2 uur verlieten we Slavante richting eindpunt Valkenburg met nog 3 beklimmingen voor de boeg. Na de Bronckweg en de stijle Groeve ‘t Rooth ontsnapte Mark in het wiel van onze Limburger uit het peloton richting Cauberg om daar een grote overwinning te vieren. Met “minuten” voorsprong begon Mark aan deze laatste beklimming van de buiten categorie om uiteindelijk een paar seconden over te houden op een echte nieuwe klimgeit in ons peloton, Jack (Fuentes). Na de laatste afdaling van de dag, de Daalhemerweg, konden we op het terras van La Baroudeur weer op adem komen met een lekker pilske.

Voor de avond was een bbq geregeld. Een naderend onweer dreigde nog even roet in het eten te gooien, maar om half 8 zaten we heerlijk buiten te wachten om van de lekkernijen van de bbq te genieten. Onze soigneur stond achter de bbq en zorgde ervoor dat vlees en vis lekker gaar op het bord van ons renners kwam. Nadat de eerste stukken vlees gaar waren, was de gasfles leeg. De slager liet ons in de steek, hij had geen volle gasfles meer. Gelukkig had Ivano nog een gasfles en was de bbq snel weer warm. Ondertussen konden wij het Limburgs avontuur onder het genot van een drankje nog eens rustig doornemen. Na de bbq hebben we in het restaurant nog een laatste pilsje genomen. Daar werd ons na enig speurwerk duidelijk wat een Baroudeur was. Dat is een vechter, een doordouwer, een renner die nooit te beroerd is om ervoor te gaan. Wij dachten onszelf daar wel in te herkennen!! Twee mooie foto’s in het restaurant lieten ons zien wat de echte Baroudeurs waren. Een muur vullende foto met een peloton uit de jaren 50 van de vorige eeuw met renners met een vastbijtende blik en fietsbanden om de schouders en een foto van Maurice Garin. Hij was de eerste winnaar van de Tour de France in 1903. Een echte Baroudeur die “de kleine schoorsteenveger” werd genoemd. In het eindklassement had deze Baroudeur bijna 3 uur voorsprong op de nummer 2. Zo’n groot tijdsverschil met de nummer 2 is daarna nooit meer voortgekomen in de Tour.

Rond 11 uur gingen de meeste op zoek naar hun slaapplek met in gedachte misschien wel de inspanningen die zondag op weg naar huis nog geleverd moesten worden. Een drietal diehards (net zoiets als baroudeurs) onder aanvoering van een Corné met vele loopkilometers in de benen, namen nog extra een afzakkertje als mentale voorbereiding op de volgende dag.

Zondagmorgen was iedereen op tijd uit de veren voor het ontbijt. Nog 2 toerclubleden, Marcel en Patrick, kwamen het peloton versterken voor de rit terug naar huis. Nadat de bagage in de auto was gezet en de fietsen klaar stonden, was er tijd voor een groepsfoto voor het hotel. Uitgezwaaid door onze gastvrouw Yvonne vertrok het 10 man sterke poloton richting Etten-Leur. In het centrum van Maastricht raakten we onze Limburger kwijt die na een sanitaire stop een alternatieve route nam. Op het Vrijthof vonden we elkaar weer en zetten we koers richting Bilzen in België. Enkele kilometers in België fietsend opnieuw een afgesloten weg en een belse omleiding. Met alle beschikbare fietsnavigatie en ons gezonde verstand stonden we na 10 kilometer koersen weer bij exact dezelfde wegafsluiting. In de herkansing ging het beter en zaten we snel op koers richting Bilzen. Even voorbij Bilzen het Jaagpad langs het Albertkanaal op richting tussenstop met al snel weer een wegafsluiting of liever gezegd Jaagpadafsluiting bij Heusden-Zolder. Na een slecht aangeduide omleidingsroute kwamen we aan bij restaurant ‘t Rustpunt in Olmen. Aangesterkt met een drankje en een lekker bord spaghetti bolognese zetten we via het Jaagpad langs het kanaal Dessel-Kwaadmechelen koers richting Turnhout. Als voorproefje voor de 2e editie van Luxemburg-Etten-Leur fietsten we dwars door Turnhout over de Grote Markt. Om vervolgens via Merksplas en Hoogstraten het eindpunt te naderen. 

Na zo’n 157 km stopte het peloton op de Bovenas op de oprit bij onze voorzitter. Hier werden wij gastvrij uitgenodigd om onder het genot van een pilske nog even na te praten over een bijzonder geslaagd fietsweekend. 

Dan naar huis, een mooie ervaring en vele verhalen rijker.

Andre’ Krak